In 1925 zette de Drentse Commissaris van de Koningin, J.T. Linthorst Homan, een belangrijke stap voor de toekomst van Drenthe. Hij richtte een speciale commissie op om de economische, culturele en hygiënische omstandigheden in de provincie te verbeteren. Later werd dit de Vereniging voor den Opbouw van Drenthe. Het doel was helder: armoede bestrijden en de samenleving versterken. Zo stimuleerde de vereniging onderwijs, zette kraam- en kinderzorg op, ondersteunde gezinnen en gaf economische activiteiten een impuls. Dit werd het begin van wat we nu kennen als opbouwwerk: bouwen aan de samenleving en mensen de kans geven om vooruit te komen.
Na de Tweede Wereldoorlog kreeg het opbouwwerk een nieuwe impuls. Het Ministerie van Maatschappelijk Werk introduceerde een landelijke regeling voor ‘maatschappelijk opbouwwerk’. Het idee hierachter was om mensen samen te brengen in een snel veranderende wereld en hen te stimuleren verantwoordelijkheid te nemen voor het gemeenschappelijke leven. Stichting Opbouw Drenthe werd een voorbeeld voor anderen.
100 redenen waarom opbouwwerk zo belangrijk is kun je bekijken via de website van www.canonsociaalwerk.eu
In de jaren zeventig veranderde het opbouwwerk. Het werd meer betrokken bij bewoners en doelgroepen, met een belangrijke rol in stadsvernieuwing. Maar in de jaren tachtig en negentig kreeg het opbouwwerk te maken met bezuinigingen en reorganisaties, waardoor het vak terrein verloor.
Toch zien we in de laatste tien jaar een heropleving. In onze sterk geïndividualiseerde samenleving groeit de behoefte aan gemeenschapsgevoel. Als we zorgzame buurten en een sterke sociale basis belangrijk vinden, kunnen we niet om het opbouwwerk heen. Het blijft een onmisbare schakel in het versterken van onze dorpen en wijken.
#JO100!
De hashtag die we in 2025 gebruiken om aandacht te
vragen voor 100 jaar opbouwwerk.