BOKD interviewt het komende jaar buurt- en dorpshuizen die mooie stappen hebben gezet bij het verduurzamen van hun accommodatie. Bij veel buurt- en dorpshuizen staan energiebesparing en het opwekken van energie inmiddels standaard op de agenda. Met de almaar stijgende energielasten wordt het onderwerp nog belangrijker dan het al was. Maar hoe doen de buurt- en dorpshuizen dat? En wat kunnen de andere buurt- en dorpshuizen daar van leren? In deze eerste aflevering zetten we Energiek dorpshuis Bastogne in de spotlights. De Bastogne is het eerste dorpshuis in Drenthe dat Energielabel A mocht ontvangen (in 2015) en staat nu op de drempel om het eerste volledig energie neutrale dorpshuis van Drenthe te worden.
Even voorstellen
Mijn naam is Joris van der Wardt (68) en ik ben voorzitter van dorpshuis Bastogne in Ansen. Ik ben werkzaam geweest in het technisch onderwijs op een VMBO in Hoogeveen. Toen ik op mijn 65ste met pensioen ging stonden ze gelijk bij me op de stoep of ik ook in het bestuur wilde plaatsnemen. Daar hadden wat wisselingen plaatsgevonden en ik heb toen gelijk ja gezegd. Op de een of andere manier bleek dat ik gelijk de rol van voorzitter kreeg toebedeeld.
Ansen en De Bastogne
Ansen is een prachtig dorp ligt in gemeente De Wolden. Het dorpshuis is nog niet zo oud. Toen het dorpscafé verdween in 2005 was er geen plaats meer voor het verenigingsleven en toen is het idee voor een dorpshuis ontstaan. Op initiatief van Dorpsbelangen Ansen is toen, met veel vrijwilligers, het achterhuis en de aangrenzende schuur van de historische boerderij verbouwd tot dorpshuis. Voor een klein dorp (240 inwoners) gebeurt er heel veel in het dorpshuis. Naast diverse activiteiten voor en door dorpsbewoners zijn er ook een aantal activiteiten die mensen uit de omgeving trekken zoals o.a. het Filmhuis en de Bridgeclub.
Hoe het begon
Duurzaamheid staat al vanaf de bouw van het dorpshuis in 2008 hoog op de agenda. Het toenmalige bestuur van Dorpsbelangen en de eerste bestuursleden van stichting Bastogne realiseerden zich goed dat duurzaamheid belangrijk was om de accommodatie exploitabel te kunnen houden. Bovendien moesten we ons ook aan de modernste eisen van het bouwbesluit houden. Dat neemt niet weg dat er nog voldoende verbeterpunten waren. Maar die kosten allemaal geld en wat is dan verstandig om te doen? Het programma Energieke Dorpshuizen van de provincie Drenthe en de BOKD in 2014/ 2015 bood uitkomst. We hebben toen een gratis energiescan ontvangen met tal van verbeterpunten en dat rapport heeft ons toen gesterkt om de plannen die we al hadden ook daadwerkelijk uit te voeren. Dat ging bijvoorbeeld om het vervangen van de verlichting voor LED en zonnepanelen. Die stappen hebben ons toen energielabel A opgeleverd.
Energieneutraal
Maar zo’n energielabel, dat zegt ons natuurlijk niet zoveel. Wij wilden graag ook die laatste stap zetten. Qua elektriciteitsgebruik waren we al energieneutraal, maar we wilden ook van het gas af. Maar hoe doe je dat? Welke mogelijkheden zijn er om dat te realiseren en net zo belangrijk: hoeveel kost dat wel niet? Opnieuw boden de provincie Drenthe en de BOKD de reikende hand. Er was een traject opgestart met 5 dorpshuizen die de ambitie hadden om de stap naar energieneutraliteit te verkennen. De Drentse Kei heeft toen een maatwerkadvies opgesteld waarin verschillende mogelijkheden waren uitgewerkt waarbij ze rekening hielden met de specifieke mogelijkheden van ons gebouw. Dat rapport is de basis geweest om op zoek te gaan naar de voor ons best passende oplossing.
Scenario’s
De adviseur van de Drentse Kei (Koepel Energie Initiatieven) had drie scenario’s uitgewerkt. Alle drie scenario’s betekenden dat we volledig van het gas af zouden gaan en ‘all electric’ zouden worden. We moesten dus sowieso extra zonnepanelen gaan plaatsen. We zijn toen in gesprek gegaan met aanbieders die dat voor ons zouden kunnen uitvoeren.
Daarbij waren verschillende zaken van belang. In de eerste plaats natuurlijk de kosten. Was het financieel haalbaar? Maar zeker zo belangrijk was het gebruikersgemak. We zijn maar een klein dorpshuis en hebben geen betaalde beheerder die alles voor je klaar zet. De meeste groepen hebben zelf een sleutel van de voordeur en zetten dan pas de kachel aan. Die willen dan niet eerst in de kou zitten.
- De eerste optie die we hebben verkend was het plaatsen van lucht water warmtepompen (hoge temperatuur). Het grote voordeel van dat systeem was dat we gebruik konden blijven maken van de bestaande radiatoren. Het grote nadeel van was dat de units die aan de buitenzijde zouden worden geplaatst veel lawaai zouden maken. En dat is niet fijn als je wilt vergaderen of kaarten of wat dan ook. Ze verwarmden wel relatief snel, een half uur zou voldoende moeten zijn om de ruimte op temperatuur te brengen, maar dat zou toch vrij onhandig zijn voor onze gebruikersgroepen. Die optie viel dus af.
- Het tweede scenario dat we hebben verkend was een lucht water warmtepomp (lage temperatuur) met vloerverwarming. Dat sprak ons het meeste aan, omdat het de meest comfortabele optie was (qua warmte), maar het was ook de minst rendabele en onhandige optie. We zagen er tegenop om alle vloeren eruit te halen en om de leidingen erin te frasen, maar ook in het gebruik was het niet handig. Als je in de avonduren een activiteit had, moest je die ochtend al de verwarming aan zetten. Dat werkt natuurlijk niet.
- Het laatste scenario was dat we het hele dorpshuis zouden gaan verwarmen met een lucht lucht warmtepomp en hete luchtverwarming. Het voordeel van dat scenario was dat we het voorste deel van het dorpshuis al wordt verwarmd door heteluchtverwarming. In dat geval zouden we de installatie gewoon kunnen verlengen en daar hadden we ook de ruimte voor. Hete luchtverwarming is niet per se heel voordelig, maar het voordeel is dat je het heel kort voor gebruik aan kunt zetten en dat het dan binnen een kort tijdsbestek warm is. Bij alle andere scenario’s moesten je de installatie veel eerder aanzetten en dat zou het gebruiksgemak niet ten goede komen.
Proces en besluitvorming
In het najaar van 2020 hebben we het rapport van de Drentse Kei ontvangen met daarop een toelichting van de adviseur. Dat was in coronatijd dus we hadden ook wat andere dingen aan ons hoofd. Als bestuur hebben we toen wel met elkaar afgesproken dat we de stap naar energie neutraal serieus met elkaar zouden verkennen. Ik heb zelf een technische achtergrond, dus kon het rapport van de Drentse Kei wel aardig duiden. Daarnaast hebben we in het bestuur iemand met kennis van elektrotechnische zaken en iemand met een financiële achtergrond. Daarnaast zijn er gelukkig ook een flink aantal mensen in het dorp die we er bij hebben kunnen betrekken. Het draagvlak voor en betrokkenheid bij het dorpshuis is gelukkig groot. Maar: het zijn gekke tijden. We hebben verschillende bedrijven benaderd om met ons over onze plannen te praten. De eerste was wel enthousiast, maar werd ook een beetje gek van ons dat we niet snel genoeg tot een besluit konden komen. Maar ja: het gaat wel over gemeenschapsgeld en daar kan je niet lichtzinnig mee omgaan. De tweede leverancier had het te druk en daar hebben we nooit meer van gehoord. Ook met de derde leverancier hebben we veelvuldig om de tafel gezeten. Veel van dit soort partijen zijn gewend om met grote opdrachtgevers te praten. Dan komen ze sneller tot overeenstemming. Wij zijn lang aan het onderzoeken en onderhandelen geweest. Moet het echt met drie warmte pompen? Of kan het ook met twee? Je moet je kop erbij houden. Gebruik maken van de kennis en kunde die je om je heen hebt. Goed kijken wat je in dat proces wel zelf kunt doen. Zoals het verwijderen en afvoeren van de bestaande ketels. Dat heeft ons € 3.000 bespaard. Wat het ook lastig heeft gemaakt is dat bij de offertes om dagprijzen ging. Dan was een offerte twee weken geldig en kon het maar zo zijn dat de prijs van de warmtepomp een maand later flink hoger lag.
Keuze
Uiteindelijk hebben we voor een lucht lucht warmtepomp gekozen. De achterzaal wordt aan gesloten op de hete luchtinstallatie van de voorzaal. Elke zaal wordt voorzien van een warmtepomp en het tussenliggende deel, bestaande uit de keuken, hal en toiletten, gaan we elektrisch verwarmen. We hebben dus fors meer elektriciteit nodig en daarom leggen we, naast de 48 zonnepanelen die we al hadden, 100 extra zonnepanelen op het dak.
Kosten
Al met al praten we hier over een investering van plusminus € 80.000. Dat is geen misselijk bedrag. De zonnepanelen alleen kosten al € 35.000, maar daarvan krijgen we de helft van de Rabobank. De aanschaf van de warmtepompen en het aanpassen van de verwarmingsinstallatie kost € 40.000 en daarnaast zijn we nog € 5.000 kwijt voor het plaatsen van elektrische radiatoren en het vervangen van de gasboiler voor een elektrische. Hetzelfde geldt voor het kooktoestel. Daar staan wat baten tegenover: van de Rabobank ontvangen we € 17.500 en van energie coöperatie EnergieKansen maken we kans op een bijdrage. Een kleine 60.000 is dus nog ongedekt… De offertes zijn getekend dus het gaat sowieso door. Voor de subsidieregeling DUMAVA komen we niet in aanmerking, omdat we geen eigenaar zijn van het gebouw. We zijn ons momenteel aan het beraden op welke landelijke en lokale fondsen we kunnen benaderen en willen nog in gesprek met de gemeente. Maar we ontkomen er niet aan dat we moeten gaan lenen. Dat is ook niet erg. Met de huidige energieprijzen verdienen we de investering een stuk sneller terug dan toen het rapport van de Drentse Kei was opgeleverd.
Tijdspad
Als alles volgens plan verloopt dan denken we dat we in maart 2023 volledig energieneutraal zijn!
Willen jullie ook aan de slag met energiebesparing?
Heeft jullie buurt- of dorpshuis ook plannen om jullie accommodatie te verduurzamen? Zijn jullie op zoek naar hulp en begeleiding om tot een plan van aanpak te komen om jullie gebouw te verduurzamen? Met het programma Verduurzamen Maatschappelijk Vastgoed biedt de provincie Drenthe advies en ondersteuning op maat om tot een verduurzamingsplan te komen. Kijk hier voor meer informatie. Aanmelden kan door een mail te sturen naar maatschvastgoed@drenthe.nl