De omgevingswet is op 1 januari 2024 in werking getreden. In deze wet zijn de meeste wetten en regels die betrekking hebben op de fysieke leefomgeving opgenomen. Per 1 januari hebben gemeenten van rechtswege één omgevingsplan gekregen, waarin onder meer alle bestemmingsplannen zijn opgenomen.
Naast deze nieuwe Omgevingswet is er ook één nieuw loket voor vergunningsaanvragen; het digitale Omgevingsloket. In het Omgevingsloket staan alle regels en plannen van gemeenten, provincies, waterschappen en het Rijk.
De Omgevingswet regelt dat de gemeente sneller beslist over vergunningaanvragen voor een plan. Bij korte procedures kan er een beslissing binnen 8 weken komen. Er kan sprake zijn van verlenging van deze termijn.
Participatie is een must voor gemeenten
Gemeenten en andere overheden moeten omwonenden en bedrijven betrekken bij nieuwe plannen (participatie). Bijvoorbeeld als zij een omgevingsvisie, omgevingsplan of omgevingsprogramma maken. Als de gemeente aan de slag gaat met bijvoorbeeld een omgevingsplan of -visie dient zij dat vooraf publiekelijk bekend te maken. In die bekendmaking staat hoe de participatie voor de wijziging van het omgevingsplan of visie eruit ziet. En hoe inwoners en andere belanghebbenden daarover kunnen meepraten. Inwoners, bedrijven en andere partijen zijn niet verplicht om bij een nieuw plan of ontwikkeling aan participatie te doen. Daarop is één uitzondering, namelijk als de gemeenteraad dit in specifieke gevallen verplicht. Het gaat dan om activiteiten die niet binnen het omgevingsplan passen en waarvoor een vergunning nodig is.
Vanaf 2024 wordt gedurende een vijftal jaren de omgevingswet geëvalueerd. De evaluatie moet duidelijk maken hoe de omgevingswet in de praktijk uitpakt. En of de wet zijn doel bereikt.
Wat betekent dit voor verenigingen voor dorpsbelang?
Het bekend maken van nieuwe plannen en visies zal meestal plaatsvinden via de lokale kranten en/of gemeentelijke website. Dorpsbelangenverenigingen kunnen zich melden bij de gemeente bij nieuwe plannen en visies mochten zij (nog) niet actief benaderd zijn. De verplichting tot participatie kan ertoe leiden dat dorpsverenigingen sterker staan in het meepraten en mee doen bij nieuwe planvoornemens en ontwikkelingen in hun dorp. Dat hoeft er overigens niet toe te leiden dat dorpsverenigingen eerder of beter hun wensen vervuld zien. De gemeente zal op basis van de omgevingswet wel serieus (serieuzer) en zorgvuldig(er) naar de inbreng van verenigingen moeten kijken.
Voor meer informatie over de omgevingswet kun je het beste contact opnemen met Mariska Nauta, die eventuele vragen kan beantwoorden of kan doorverwijzen naar de juiste contactpersonen.