Vaste lasten buurt- en dorpshuizen beduidend hoger dan bij TVL gehanteerde 11%

Een meer dan 100  keer ingevulde enquête op de website Dorpshuizen.nl toont aan dat de vaste lasten bij buurt- en dorpshuizen gemiddeld 55% ten opzichte van de omzet bedragen. Daarnaast is uit onderzoek van de BOKD onder 49 buurt- en dorpshuizen een percentage vaste lasten van 51% naar voren gekomen. Hieruit blijkt dat het door de RVO bij buurt- en dorpshuizen gehanteerde percentage van 11% te laag is.  Met deze informatie kunnen de LVKK en LSA actie ondernemen richting RVO en Ministerie want het gehanteerde, te lage percentage leidt ertoe dat buurt- en dorpshuizen veelal niet in aanmerking komen voor de TVL (Tegemoetkoming Vaste Lasten).

Tot 18 mei 17:00 uur kunnen dorpshuizen de TVL (Tegemoetkoming Vaste Lasten) over het eerste kwartaal van 2021 aanvragen. Een van de voorwaarden luidt dat de vaste lasten per kwartaal minimaal €1.500 moeten bedragen. De RVO hanteert bij het berekenen van de vaste lasten van een buurt- of dorpshuis, een percentage van 11% van de omzet. Om voor de TVL Q1 aan €1.500 te komen moet dus de omzet in het eerste kwartaal van 2019 minimaal €13.637 zijn geweest: (1500,-/0,11 = 13.637).

Met deze rekenmethode vallen veel buurt- en dorpshuizen buiten de boot terwijl het werkelijke percentage vaste lasten dus beduidend hoger ligt. Het percentage vaste lasten is ook nog eens van invloed op de hoogte van de tegemoetkoming die men ontvangt.