Ruimte voor toekomst: Burenhulp in de Drentse Veenkoloniën

In 2016 hebben BOKD (Vereniging van Drentse dorpen en dorpshuizen) en de Groninger dorpen binnen de Kans voor de Veenkoloniën (KvdVK) het project ‘Ruimte voor Toekomst’ opgepakt. Het doel van dit project is om met zes (groepen) Drentse en Groninger dorpen in het werkgebied van de KvdVK initiatieven te ondersteunen op het gebied van zorg en welzijn. De dorpen zijn hierbij leidend, Ruimte voor Toekomst sluit aan bij de energie die bij de bewoners leeft.

Een van de initiatieven in Drenthe is het opzetten van burenhulp in Eexterveenschekanaal en Annerveenschekanaal in samenwerking met Impuls welzijn (lokale welzijnsorganisatie) en twee lintdorpen die aan het Grevelingskanaal liggen, een bijzonder deel van de Drents-Groningse Veenkoloniën en daarbij het enige gebied dat vanuit Drenthe ontwikkeld is.

Hoe het begon

In 2015 begon het initiatief bij het gevoel van een aantal bewoners en de Dorpsbelangenvereniging in Eexterveenschekanaal dat er iets moest gebeuren rondom de zorg voor elkaar in het dorp. Het idee was dat iedereen op een onbekommerde manier in het dorp moet blijven kunnen wonen, ook met een veranderde rol van de overheid in de zorg.

Om inspiratie op te doen is een tweetal bewoners met BOKD en Impuls welzijn op werkbezoek gegaan bij de zorgcoöperatie in Austerlitz. De ervaringen in Austerlitz hebben het gevoel versterkt bij Eexterveenschekanaal dat het mogelijk is om als bewoners een rol te spelen in de zorg voor elkaar. Hierbij was wel het besef dat het dorp Eexterveenschekanaal te klein was (110 huishoudens) om een zorgcoöperatie à la Austerlitz op te zetten. Vanuit Impuls is daarop contact gelegd met 8 omliggende (veen)dorpen in de gemeente en een avond georganiseerd om de bevindingen uit Austerlitz met hen en gemeente Aa & Hunze te delen. In een aantal van de aanwezige dorpen leefde ook hetzelfde gevoel als in Eexterveenschekanaal en dat ze dit eerst in hun eigen dorp op wilden pakken.

In Eexterveenschekanaal heeft men besloten om klein te beginnen en het initiatief organisch te laten groeien. Er is een werkgroep van 8 personen uit verschillende kanten van het dorp gevormd om te bekijken of er behoefte was aan een burenhulporganisatie in het dorp. Het buurdorp Annerveenschekanaal heeft in een later stadium dezelfde stap gezet, daarbij profiterend van de lessen uit Eexterveenschekanaal. Beide groepen zijn het afgelopen jaar begeleid door BOKD en Impuls welzijn.

Hoe pak je het aan?

Als eerste stap heeft de werkgroep nagedacht over wat men wil bereiken met zorg voor elkaar in het dorp. Hierbij hebben beide dorpen de insteek gekozen om in te zetten op informele zorg, ofwel burenhulp. De echte zorgvragen zijn voor de specialisten. Uiteraard is in de dorpen al spontaan naoberschap aanwezig. Burenhulp is aanvullend daar waar dit niet vanzelfsprekend is.

Voor burenhulp zijn twee partijen nodig: de hulpvragers en degenen die hulp willen bieden. De tweede stap die de werkgroep opgepakt heeft, is de inventarisatie van hulpvraag en -aanbod. Hiervoor heeft de werkgroep een korte vragenlijst samengesteld en is vervolgens van deur tot deur gegaan in het dorp. Hierbij is gezocht naar een goede verdeling in het dorp gebaseerd op de klassieke naoberschap gedachte; 5 deuren links en 5 deuren rechts.

De inventarisatie op zich heeft al een aantal effecten opgeleverd, buren die elkaar voorheen niet kenden, kwamen met elkaar in gesprek of gingen samen activiteiten, als een rondje fietsen oppakken. Maar ook een potentieel nieuw bestuurslid voor de Dorpsbelangenvereniging.

De uitkomsten van de inventarisatie leverden een duidelijk beeld op van de burenhulp in Eexterveenschekanaal:

  • Er kan nog gerekend worden op spontane burenhulp, de buren staan in veel gevallen voor elkaar klaar
  • Er is een groot aantal bewoners die mee wil werken aan de burenhulporganisatie door het aanbieden van hulp op vele gebieden, van luisterend oor en hond uitlaten tot het doen van kleine klusjes in en om het huis.
  • Een kleinere groep bewoners heeft aangegeven een hulpvraag te hebben, nu of in de toekomst.

De derde stap van de werkgroep is het uitwerken van de (lichte) spelregels voor de burenhulp, met punten zoals dat de burenhulp gratis is maar dat de onkosten (zoals benzinekosten) aan de hulpbieder vergoed moeten worden. Daarnaast gaat het om kortdurende hulp, zodat burenhulp geen concurrent wordt van lokale dienstverleners.

Als de behoefte en de spelregels van de burenhulp duidelijk zijn, kan de belangrijke vierde stap gezet worden, het koppelen van vraag en aanbod. De werkgroep heeft de hulpvragen op een rijtje gezet en hier een aantal urgente vragen naar boven gehaald en deze zijn verbonden aan het aanbod. Daarnaast zijn enkele vragen doorgespeeld via Impuls welzijn naar het Sociaal Team.

In Eexterveenschekanaal is de burenhulp nu in handen van een vrijwillige coördinator uit het dorp. De werkgroep volgt de activiteiten nu meer op afstand. De coördinator is bereikbaar op een speciaal nummer van Burenhulp EVK, dit is bekend gemaakt in de dorpskrant en er wordt nog gewerkt aan een kleine folder om de mogelijkheden van Burenhulp breder bekend te maken.

Burenhulp in Eexterveenschekanaal is sinds februari 2017 actief en heeft reeds zijn eerste successen behaald die de basis vormen voor het vervolg. In Annerveenschekanaal heeft de werkgroep de inventarisatie afgerond en is de uitkomst hiervan aan het uitwerken.

Aan beide dorpen is vanuit de gemeente een startsubsidie toegekend voor de aanschaf van telefoon en andere opstartkosten.

Gemeente en Impuls welzijn hebben al een aantal malen met verschillende zorginitiatieven om tafel gezeten om van elkaar te leren en elkaar hierin te ondersteunen. In gemeente Aa & Hunze is 2017 uitgroepen tot het Jaar van de dorpen.

Burenhulp in een breder perspectief

Voor dorpen die ook actief willen worden op het gebied van burenhulp kan de ervaring in beide dorpen een bron van inspiratie zijn. Met de opgedane ervaring in beide dorpen kunnen we ook de contouren van de rol van Dorpsbelangenorganisaties op het gebied van zorg voor elkaar schetsen:

  1. Signaleren: zijn er initiatiefnemers op het gebied van zorg in het dorp en is er behoefte aan ondersteuning bij bewoners. Stimuleer de vorming van den werkgroep die de (informele) zorg in kaart brengt.
  2. Vangnet: wat kun je als dorp doen om de vraag om ondersteuning te beantwoorden. Het opzetten van Burenhulp is hier een voorbeeld van.
  3. Doorverwijzen: Ondersteuningsvragen die niet in het dorp opgepakt kunnen worden, in overleg met de vrager doorverwijzen naar andere instanties, bv. Sociaal Team of Welzijn. Een geactualiseerde sociale kaart is hierbij handig.

Burenhulp draagt ook bij aan de gezondheid van de inwoners in het programma gebied van de Kans voor de Veenkoloniën. Zeker als we kijken naar de bredere definitie, de Positieve Gezondheid. Impact is te verwachten op ten minste drie van de zes assen van de Positieve Gezondheid:

  1. Meedoen: o.a. steun van anderen, erbij horen en zinvolle dingen doen. Dit laatste zowel voor de werkgroepsleden als de hulpaanbieders.
  2. Dagelijks functioneren: hulp kunnen vragen. De Burenhulp is een laagdrempelige manier van hulpaanbod, dit kan de vraagverlegenheid verkleinen.
  3. Kwaliteit van leven: hoe je woont en je veilig voelt. Het hebben van een vangnet kan bijdragen aan het gevoel van geborgenheid. De kwaliteit van wonen kan versterkt worden door dat kleine beetje hulp van een ander.
Tot slot

Onbekommerd vormgeven aan je leven en je gemeenschap begint bij de bewoners zelf en daarmee bijdragen aan een gezonde leefomgeving. Het voorbeeld van Burenhulp in Eexterveenschekanaal en Annerveenschekanaal geeft aan dat het voortbouwen op de eigen kracht van het dorp de kans biedt aan de bewoners in de Veenkoloniën.

Voor meer informatie neem contact op met Luit Hummel van BOKD Projecten.